4 reacties

De ark van Noach

Het verhaal over de ark van Noach blijft een van de populairste bijbelverhalen. In geen enkele kinderbijbel ontbreekt het. Logisch natuurlijk, het is hartstikke spannend, je hebt heel veel hele, hele slechte mensen (nazi’s zijn er niets bij) en die verdrinken allemaal! Een aan het einde belooft die lieve god om dit nooit mee te doen, zo goed was het om die zondvloed te laten komen.

Wat moeten we met zo’n verhaal?

Goede vraag. Als christen wist ik het antwoord ook al niet. Wat er meestal gebeurde met oudtestamentische verhalen was ergens een parallel zoeken met Jezus, en dan vervolgens Noach (of wie dank ook) een type van Jezus noemen en klaar ermee.

Maar wat betekent dat? En als je een parallel kan vinden tussen Noach en Jezus, wat dan nog? Betekent dat dat god zelf alles zo heeft laten gebeuren, zodat iedereen wel moet zien dat Jezus echt gods zoon is of zo? Ik heb dat soort dingen nooit echt begrepen.

Nu kan ik dit verhaal (en het oude testament in zijn algemeenheid) wel iets beter plaatsen. Coogan heeft me bijvoorbeeld geleerd dat het verhaal een mooie fusie is van twee oorspronkelijke versies. Dat vind ik interessant, en zou ik dus uit kunnen gaan leggen, maar ik wil deze keer een iets andere route gaan belopen. Er zijn twee problemen met het verhaal die ik even aan wil stippen.

Twee problemen

De eerste vraag is: waar kwam al het water vandaan, en waar ging het weer naartoe?Vanuit het wereldbeeld dat ze toen hadden is dit niet zo vreemd. De aarde is een platte schijf met een als een soort kaasstolp een hemelkoepel erboven. Boven de koepel en onder de aarde is dan water, de hemelsluizen en zo…

Maar gegeven dat de aarde rond is (of eigenlijk bolvormig) en dat er in de aarde voornamelijk magma en ijzer zit (dus geen water) en buiten de aarde vooral heel veel niets is (dus ook geen water) wordt het een stuk lastiger om hier chocola van te maken. Waar kwam het water vandaan? Zijn er uit de ruimte grote brokken ijs op de aarde gevallen? Maar waar ging het water dan weer naartoe? Het water daalde, maar het kan niet allemaal de bodem in zijn gegaan, het kan ook niet allemaal verdampt zijn.

De tweede vraag die ik heb is: wat aten de carnivore dieren? Wat hebben de leeuwen een heel jaar lang gegeten? Van elke diersoort was er maar één paar aanwezig. Dus elke maaltijd van de leeuwen stierf er weer een complete diersoort uit. Dat kan toch niet de bedoeling van god zijn geweest, toch?

Conclusie

Het verhaal lijkt mij om gegeven redenen historisch gezien absurd.Vervolgens ligt het voor de hand om te concluderen dat dit verhaal ons meer zegt over hoe de mensen toen over god dachten dan over hoe god zelf is.

En misschien is dit voor christenen maar goed ook, want laten we eerlijk zijn, god laat zich in dit verhaal nou niet van zijn meest liefdevolle kant zien. Zelfs zijn belofte aan het einde van het verhaal om nooit meer een zondvloed te laten komen blijkt maar van beperkte waarde, gezien de tsunami van tweede kerstdag(!) 2004 zo’n 230.000 doden tot gevolg had.

4 reacties op “De ark van Noach

  1. He nu alweer je stripboek uit? Snel hoor. Respect!

    Wat het verbazingwekkende is aan het zondvloedverhaal is dat het overal op de wereld voorkomt in de traditionele volksverhalen. Op de uni hoorde ik dat ze zelfs in Hawai een eigen versie van het zondvloedverhaal kennen. Raar als het een vaag verhaaltje is. Logisch als je bedenkt dat het echt is gebeurt. Waar al dat water vandaan kwam? Daar hebben creationisten hele theorieeen over samengesteld. Maar ik heb niet het idee dat dat jou zoveel kan schelen. Jij wil gewoon ff lekker bashen. Of niet? Anyway, zoals je weet kan me de vraag hoe het allemaal gebeurd kan zijn op zich niet zoveel schelen. Waarom niet?
    Wat kun je met dit verhaal? Wederom: de verhalen in de bijbel en zeker aan het begin van Genesis communiceren waarheid over de mens en over God. Niet zozeer over natuurwetenschappelijke feiten of geschiedkundige gebeurtenissen. Hier heb ik bijvoorbeeld wat over de zondvloed geschreven: http://janwillemvandijk.web-log.nl/jongerenwerker_huizen/2007/12/jezus_en_de_reg.html

    Neemt niet weg dat ik vragen blijf houden bij het zondvloedverhaal. Bijvoorbeeld deze: waarom o waarom heeft Noach niet even zijn handen tegen elkaar geslagen op het moment dat die twee muggen binnenvlogen? Dat zou me zoveel leed bespaart hebben 😉

  2. jw :
    Jij wil gewoon ff lekker bashen. Of niet?

    Nou, nee, dat is niet echt mijn bedoeling. Volgens mij zit er nog altijd een verschil tussen enige ironie en bashen. Maar ik zal de volgende keer proberen bij het schrijven iets minder vrolijk te zijn;-)

    Maar goed, ik vind het persoonlijk altijd een beetje wonderlijk dat het historisch karakter van bijbelverhalen jou niet echt iets kan schelen. Je zegt dat de verhalen waarheid communiceren over de mens en over god. Maar blijkbaar is dat dus geen historische waarheid, maar een ander soort waarheid.

    Dat brengt ons dus tot de figuurlijke betekenis van het verhaal. Die is volgens jou wel waar.
    Eerste vraag is meteen: welke figuurlijke betekenis? Er zijn meerdere interpretaties mogelijk van zo’n verhaal?
    Tweede vraag is: waarom is de figuurlijke betekenis waar? Als de letterlijke (historische) betekenis van het verhaal niet waar is, welke reden hebben we dan om aan te nemen dat er een figuurlijke interpretatie van het verhaal is die wel waar is?

    Wat mij aannemelijker lijkt is dat dit een menselijk verhaal is, eventueel gebaseerd op een echte overstroming, en waarin theologische ideeën die de schrijver al had in verwerkt zitten. In die zin leert het verhaal ons dus meer over J en P dan over god zelf.

    Over god zelf kunnen we namelijk alleen maar iets leren als god zichzelf openbaart. God openbaart zich in de geschiedenis, en als dit verhaal dus niet historisch is, berust het dus ook niet op een godsopenbaring.

    De manier om hier onderuit te komen is te zeggen dat god de schrijvers heeft geïnspireerd, maar niet ingrijpt in de geschiedenis, of in ieder geval niet in dit geval. Dit roept echter weer heel veel vragen op: waarom is juist dit fictieve verhaal geïnspireerd? grijpt god dan helemaal niet in in de geschiedenis?

  3. Beste Bram, je lijkt nogal vlug conclusies te trekken wat betreft het water. Onder de grond en in de grond bevindt zich vandaag nog ontzettend veel water. Voor de zondvloed zal dat overal op aarde zo geweest zijn. De samenstelling van de bodem zorgde toen voor een uitstekende waterhuishouding in de grond die de oppervlakte vochtig hield. Er was geen nood aan regen. De vochtigheid van de atmosfeer zal ook helemaal anders geweest zijn. God voor wie niets onmogelijk is liet al dit water samenkomen op de oppervlakte van de aarde. Hij liet het na enige tijd samenvloeien in de diepten door het relief van de aarde te veranderen. Hij sprak en het was er door de kracht van Zijn woord bracht Hij het tot stand. Wanneer wij zijn woord gelovig aannemen dan doet het ook in ons leven wat het zegt en worden we veranderd naar Zijn beeld. Dat is even wonderlijk als de zondvloed. We moeten niet afdoen aan de kracht en de waarheid van Zijn woord anders wordt onze eigen geloofservaring tot niets herleidt.

  4. Het was Flavius Josephus die in zijn werk ”Oude geschiedenis van de Joden” (ca. 94 n.Chr.) al schreef dat alle volken een vloedgeschiedenis kenden. Hij schreef ook dat via de verschillende koningslijsten van volken te zien was dat de mensen voor de vloed beduidend ouder waren dan die na de vloed leefden en dat meerderen daarover geschreven hebben. Als je met de spraakverwarring te Babel rekening houd zie je dat b.v. de vloedhelden van verschillende volken sterke overeenkomsten hebben. Zo is de Semitische naam voor Noach Noe, Nun of Nu. De Egyptische water-en regengod is Nu. De Hawaiaanse vloedoverlevende en stamvader is Nu’u. De Chinese vloedoverlevende en stamvader is Nuwa. De Soedanese vloedoverlevende is Nuh. Manu is de Oud-Indiase vloedoverlevende die 3 zonen had namelijk Sherma, Charma en Jyapeti (Noach’s zonen waren Sem, Cham en Jafet.
    De Egyptenaren meenden dat er voor alle goden een groep ”eerste goden” was. De griekse historicus Herodotus (ca. 484-425 v Chr.) noemt deze oude Egyptische goden ”De acht goden, die bestonden voor de rest. De acht oergodheden waren onderverdeeld in vier echtparen, met als belangrijkste voorman de godheid Nu. Nu vervaagde uiteindelijk tot de Egyptische watergod.
    Ook de Grieken kenden hun vloedlegenden ( o.a. Deucalion of Nereus) waarover o.a. Plato schreef.
    Wanneer je de koningslijsten van volken vergelijkt zie je ook terug dat ze 10 stamvaders of koningen voor de vloed kenden. De 10de was telkens hun vloedoverlevende. De eerste was de eerste mens zoals bij de Soemerische (Adapa)of Babylonische (Adamu) mythen.

Plaats een reactie